Op deze pagina beschrijven we een aantal basistechnieken voor hockey.
We hebben ze nog niet allemaal, maar zullen deze langzaam gaan uitbreiden.
Linkerhand boven, rechterhand in het midden van de stick. In spreidstand staan met het linkerbeen iets voor het rechter, knieën gebogen.Achter de bal komen en de stick naar de grond bewegen/brengen. Bal met de steel stoppen en niet alleen met de krul.
Linkerhand boven, rechterhand ontspannen in het midden. Staan in dwars positie met de linkerschouder in pushrichting. Staan in spreidstand met het lichaamsgewicht over beide benen verdeeld. De bal ligt voor de rechtervoet en de stick is achter de bal geplaatst. Uitstappen met de linkervoet en de bal zolang mogelijk wegduwen. Bal nawijzen (met de krul omhoog).
Linkerhand boven aan de stick, rechterhand ontspannen in het midden. Linkerhand voor de rechterhand, stick helt iets naar voren. Romp helt voorover, knieën gebogen (laag zitten), hoofd rechtop. De bal ligt rechts schuin voor het lichaam. Bal aan de stick houden en voorwaarts bewegen.
Linkerhand boven aan de stick en rechterhand in het midden. Staan in spreidstand (dwars) met de linkerschouder in speelrichting. Stick gaat naar achteren waarbij het lichaamsgewicht op het rechterbeen komt en de romp iets naar rechts draait. Stick over de grond naar voren brengen, waarbij het lichaamsgewicht naar voren wordt verplaatst. Bal raken op de overgang van steel en krul. Bal nawijzen (krul omhoog).
Linkerhand boven en rechterhand ontspannen in het midden. Linkerhand iets voor de rechterhand, stick helt iets naar voren. Romp helt voorover, knieën gebogen (laag zitten), hoofd rechtop. Bal ruim voor het lichaam zodat de bal naar links en naar rechts kan bewegen. De bal gaat van links naar rechts ritmisch heen en weer in voorwaartse richting. De linkerhand draait de stick, rechterhand is een ‘kokertje’ waar de stick in draait. De stick draait over/voor de bal langs.
Je loopt met je stick recht op je tegenstander af, zodat je niet laat zien aan welke kant je gaat passeren. Je linkerhand is daarbij bovenaan je stick en met je rechterhand houd je je stick ongeveer in het midden vast. Terwijl je op je tegenstander toeloopt, probeer je zowel je tegenstander als de bal in de gaten te houden. Dichtbij je tegenstander haal je snel de bal van links naar rechts, waarbij je linkervoet voor komt en je lichaamsgewicht voor een groot deel daarop rust. Je doet dus net alsof je de bal naar de forehand van je tegenstander brengt. Daarna neem je de bal met een omgekeerde stick (met je backhand dus) mee naar rechts, terwijl je met je rechtervoet uitstapt. Als je de bal met je backhand ver genoeg naar rechts hebt gebracht, neem je de bal over met je forehand en passeer je je tegenstander over zijn of haar backhand.
Je loopt met de bal aan je stick recht op je tegenstander af, zodat je niet laat zien aan welke kant je gaat passeren. Je linkerhand is daarbij bovenaan je stick en met je rechterhand houd je je stick ongeveer in het midden vast. Terwijl je op je tegenstander toeloopt, probeer je zowel je tegenstander als de bal in de gaten te houden. Dichtbij je tegenstander gekomen, haal je snel je stick met je backhand over de bal van links naar rechts, waarbij je rechtervoet voor komt en je lichaamsgewicht voor een groot deel daarop rust. Je doet dus net alsof je de bal met je backhand naar de backhand-kant van je tegenstander brengt. Daarna neem je de bal met je forehand mee naar rechts, terwijl je met je linkervoet uitstapt. Als je de bal met je forehand ver genoeg naar links hebt gebracht, neem je bal over op je backhand en passeer je je tegenstander dus over zijn of haar forehand.
Het V-tje is net als de dummy een passeerbeweging. Waar je bij de dummy een schijnbeweging naar links (of rechts) maakt en vervolgens passeert over rechts (of links), doe je dit bij het V-tje van voor naar achteren. Je brengt de bal schuin naar voren (50cm voor je linkervoet) brengt de bal terug naar het midden door een trekkende beweging Breng de bal vervolgens naar de rechterzijde en passeer je tegenstander. (geen filmpje)
De reverse is te beschrijven als het draaien van een rondje om de bal. Belangrijk is dat de stick aan de bal blijft en de speler de afstand aflegt om de bal. Zak hierbij licht door je knieën en houdt de stick tegen de bal tijdens de draai om de bal goed af te schermen. Houdt de bal voor je voeten. De handen zijn uit elkaar. De reverse kan zowel op de forehand als op de backhand uitgevoerd worden.